Foto omschrijving: IT medewerker checkt processen in de serverruimte met laptop.

Scroll naar Samenvatting

Samenvatting

In deze twaalfde editie van ICT, kennis en economie beschrijft het CBS de meest actuele gegevens over de Nederlandse kenniseconomie in brede zin. Officiële statistieken over de thema’s ICT, R&D en innovatie vormen de leidraad voor de structuur van deze publicatie. De onderlinge raakvlakken van deze thema’s komen aan bod en ontwikkelingen in Nederland worden vergeleken met die in het buitenland. In de oneven jaren ligt het accent van deze publicatiereeks op kennisontwikkeling, in de even jaren op technologie en toepassing. ICT, kennis en economie 2022 omvat een inleidend hoofdstuk en vijf statistisch inhoudelijke hoofdstukken.

Hoofdstuk 1 Inleiding

  • In 2021 had Nederland de derde meest geavanceerde digitale economie van Europa. Finland en Denemarken gingen Nederland voor. Dat Nederland tot de best presterende landen in Europa behoort, komt onder andere doordat digitale technologieën breed worden ingezet door bedrijven, de grote beschikbaarheid van online diensten en een groot aandeel inwoners dat over digitale vaardigheden beschikt.
  • Het nieuwe kabinet-Rutte IV dat in 2022 aantrad, beoogt een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving voor alle Nederlanders. Het kabinetsbeleid richt zich op het bouwen van een sterk digitaal fundament. Andere belangrijke thema’s zijn digitale overheid, digitale samenleving en digitale economie.
  • Digitalisering houdt niet op bij de landsgrenzen. Het beleid van de Europese Commissie richt zich op het digitaal vaardiger maken van de bevolking en er is blijvend aandacht voor de digitale infrastructuur. Twee andere beleidsvelden vormen de digitale transformatie van bedrijven en de inzet van ICT om overheidsdiensten te moderniseren.
  • In het coalitieakkoord 2021–‍2024 is afgesproken om het Topsectorenbeleid te continueren. In de voorbije jaren is de innovatiekracht van de topsectoren aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen gekoppeld waarbij de nadruk van innovaties niet alleen op technologieontwikkeling ligt, maar bijvoorbeeld ook op het veranderen van gedrag en regelgeving.
  • In Europa spelen onderzoek en innovatie een belangrijke rol bij de realisatie van de ‘European Green Deal’: een klimaatneutraal Europa tegen 2050. Vier van de vijf missies uit het investeringsprogramma voor onderzoek en innovatie in de EU, ‘Horizon Europe’, zijn hierop gericht.

Hoofdstuk 2 ICT en economie

  • In het vierde kwartaal van 2021 bestond de Nederlandse ICT-sector uit ruim 87 duizend bedrijven, 5 duizend meer dan het jaar ervoor. De meeste bedrijven in de ICT-sector zijn actief als ICT-dienstverlener. Gezamenlijk hadden ICT-bedrijven een aandeel van 4,3 procent in het totale aantal Nederlandse bedrijven. In 2021 zijn veel minder ICT-bedrijven opgeheven dan in 2020, toen het aantal opheffingen juist veel hoger lag dan in eerdere jaren.
  • De bruto toegevoegde waarde van de ICT-sector groeide in 2020 vergeleken met een jaar eerder. In de Nederlandse economie als geheel kromp de toegevoegde waarde juist. In 2020 investeerde de ICT-sector 9,9 procent meer dan in 2019.
  • In 2021 waren 556 duizend ICT’ers werkzaam in diverse bedrijfstakken van de Nederlandse economie. Van hen had 68 procent een vaste arbeidsrelatie met vaste uren. Eind december 2021 bedroeg het aantal openstaande vacatures in de ICT-sector bijna 23 600. Het aantal vacatures ligt daarmee hoger dan het niveau van voor corona.
  • In 2020 was het volume van de ICT-investeringen 1,9 procent groter dan in 2019. Zowel in computerhardware, software als elektronische netwerken werd meer geïnvesteerd. Gezamenlijk investeerden Nederlandse bedrijven en overheden in 2020 ruim 32,1 miljard euro in ICT. ICT-investeringen vertegenwoordigden 18 procent van de totale investeringen in Nederland.
  • In 2020 importeerde Nederland voor 64,7 miljard euro aan ICT-goederen en -diensten. Dat is 4,6 procent meer dan in 2019. Nederland exporteerde voor 30,7 miljard euro aan ICT-goederen en -diensten in 2020 (exclusief wederuitvoer). Dat is 3,5 procent minder dan een jaar eerder. Naast de export van ICT-goederen en -diensten van Nederlandse makelij, bestaat een groter deel van de Nederlandse ICT-export uit wederuitvoer. In 2020 realiseerde Nederland voor 40,7 miljard euro aan ICT-wederuitvoer.

Hoofdstuk 3 ICT-gebruik bij personen

  • In 2021 had 97 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder thuis toegang tot internet en was bijna 9 op de 10 dagelijks of vrijwel dagelijks online. Van de Nederlanders van 12 jaar of ouder zei 6 procent in 2021 nooit internet te hebben gebruikt. Het vaakst gebruikte men een smartphone voor internettoegang.
  • E-mailen en tekstberichten sturen, via onder meer WhatsApp, zijn de meest voorkomende vormen van online communicatie. Onder alle leeftijdsgroepen nam het (Whats)appen de laatste jaren toe, maar de grootste groei is te zien bij 65‑plussers. Jongeren waren het meest actief op sociale netwerken. Binnen Europa loopt Nederland, samen met Cyprus, voorop met bellen via internet.
  • Internet is ook een belangrijke bron van informatie, nieuwsgaring en vermaak. Nederland behoort samen met Finland tot de kopgroep van de EU als het gaat om online informatie zoeken over goederen en diensten. In toenemende mate gebruikten Nederlanders het internet om te zoeken naar gezondheidsinformatie en leefstijl. Online televisiekijken heeft de laatste jaren een hoge vlucht genomen. Bijna 7 op de 10 Nederlanders van 12 jaar en ouder keken in 2021 televisie via internet.
  • In 2021 maakte 87 procent van de Nederlandse bevolking van 16 tot 75 jaar minstens één keer per jaar gebruik van een overheidswebsite; een even groot aandeel als een jaar eerder. Nederland behoort tot de top vijf van EU-landen met het grootste aandeel inwoners dat gebruikmaakt van de digitale overheid in 2021. In de eerste helft van 2021 maakte 43 procent van de personen van 12 jaar of ouder online een afspraak met een huisarts of medisch specialist; een jaar eerder was dat nog 31 procent.
  • In 2021 gaf 77 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder, omgerekend ongeveer 11,7 miljoen mensen, aan iets online gekocht te hebben gedurende de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek. Er werden vooral kleding, schoenen en accessoires online aangeschaft. Niet alleen kopen steeds meer mensen iets online, ook het bedrag dat ze besteden neemt toe.
  • Van de internetgebruikers van 12 jaar of ouder gaf 89 procent in 2021 aan maatregelen te hebben genomen om persoonlijke gegevens op internet te beschermen. Dit is hetzelfde percentage als een jaar eerder. Internetgebruikers van 65 jaar of ouder beschermen persoonsgegevens op internet minder vaak dan personen jonger dan 65 jaar.
  • Samen met Finland had Nederland van de EU-landen het hoogste percentage inwoners dat ten minste over digitale basisvaardigheden beschikte in 2021, namelijk 79 procent. Het meest vaardig waren Nederlanders op het gebied van online communiceren. Het gaat dan om e-mailen, bellen via internet, sociale netwerken gebruiken en online een mening geven over maatschappelijke of politieke kwesties. Relatief minder vaardig waren Nederlanders op het gebied van softwaregebruik. Wat mensen met internet en computers kunnen, verschilt sterk naar leeftijd en opleidingsniveau.
  • DAB‍+ is de digitale opvolger van FM. Met DAB‍+ is het mogelijk om via de digitale ether radio te luisteren. In 2021 had 49 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder weleens van DAB‍+ gehoord. Dit percentage is flink hoger dan in 2016, toen 29 procent bekend was met DAB‍+. 22 procent van de Nederlandse huishoudens had een DAB‍+-apparaat in bezit.

Hoofdstuk 4 ICT-gebruik bij bedrijven

  • Praktisch alle bedrijven met 10 of meer werkzame personen gebruiken een hoogwaardige vaste of mobiele internetverbinding zoals glasvezel, kabel, DSL of 4G/5G. Vaste verbindingen met een snelheid van ten minste 30 Mbit per seconde zijn tegenwoordig de standaard bij bedrijven. Ruim 1 op de 10 bedrijven beschikte in 2021 over een internetverbinding met een downloadsnelheid van ten minste 1 Gbit per seconde. Nederlandse bedrijven beschikken over snellere internetverbindingen dan gemiddeld in Europa.
  • Bijna 2 op de 3 bedrijven verstrekten in 2021 draagbare apparatuur aan het personeel voor mobiel internet, waarmee via mobiel breedband (zoals 4G) kon worden geïnternet voor het werk. In 2021 had 93 procent van de Nederlandse bedrijven met 10 of meer werkzame personen een eigen website, die relatief vaak gebruikt werd om goederen of diensten te beschrijven of prijzen te tonen. Bijna 8 van de 10 bedrijven met 10 of meer werkzame personen maakten gebruik van een sociaal netwerk, zoals Facebook of LinkedIn.
  • In 2021 gebruikte 77 procent van het personeel bij bedrijven met 10 of meer werkzame personen geregeld een computer met internet voor het werk. In Nederland werkt een aanzienlijk groter deel van de werkzame personen met internet dan gemiddeld in de EU. In 2021 had 36 procent van het personeel van Nederlandse bedrijven met 10 of meer werkzame personen een laptop, tablet of smartphone met mobiel internet van het bedrijf. In 2021 ondersteunde 83 procent van de bedrijven met 10 of meer werkzame personen telewerken. Als een bedrijf telewerken ondersteunt, hebben vaak niet alle medewerkers die mogelijkheid. Het type werk laat dat immers niet altijd toe. In 2021 werkte de helft van de werkzame personen regelmatig buiten de bedrijfsvestiging en hadden van daaruit toegang tot het ICT-systeem van het bedrijf. In 2020 had 12 procent van de bedrijven vacatures voor ICT-specialisten. Deze bedrijven hebben personeel aangenomen, of hadden dat willen doen, voor functies waarvoor specifieke ICT-vaardigheden vereist waren. Bijna 6 op de 10 bedrijven met ICT-vacatures hadden moeite deze te vervullen. In 2021 bood 22 procent van de bedrijven met 10 of meer werkzame personen hun personeel ICT-cursussen aan.
  • In 2020 heeft 26 procent van de Nederlandse bedrijven elektronisch verkocht. Vooral bedrijven actief in de toeristische sector kennen een relatief groot aandeel bedrijven dat elektronisch verkoopt. Van de logiesaccommodaties, zoals hotels en campings, verkocht 60 procent via e-commerce in 2020. Het aandeel bedrijven in Nederland met elektronische verkopen ligt boven het EU-gemiddelde.
  • Clouddiensten en Internet of Things (IoT) zijn vormen van relatief nieuwe ICT-toepassingen die inmiddels hun weg hebben gevonden in het ICT-landschap van bedrijven. In 2021 maakte 66 procent van de bedrijven met 10 of meer werkzame personen gebruik van betaalde clouddiensten. De meest gebruikte vormen van clouddiensten zijn opslag van bestanden, opslag (hosting) van databases van het bedrijf en e-mail. Internet of Things (apparaten of systemen die via een netwerk aan elkaar verbonden zijn, vaak aangeduid met het voorvoegsel ‘smart’ of ‘slim’), werd door 20 procent van de bedrijven toegepast in 2021. De slimme apparaten werden het vaakst toegepast voor beveiliging en energiebesparing.
  • De coronacrisis heeft in 2020 en 2021 invloed gehad op het ICT-gebruik bij bedrijven in Nederland. Vooral bedrijven in de horeca gaven aan dat ze een toename zagen van de online verkoop als gevolg van de tijdelijke gedwongen sluitingen tijdens de corona-epidemie. 1 op de 5 horecabedrijven (met 10 of meer werkzame personen) haalde in 2020 minimaal een kwart van de omzet uit online verkoop. Begin 2021 deed de helft van de werkzame personen bij bedrijven met 10 of meer werkzame personen regelmatig aan telewerken, en had daarbij toegang tot de ICT-systemen van het bedrijf. Bijna driekwart van de bedrijven meldde dat in 2020 meer online vergaderingen gehouden werden dan het jaar daarvoor.
  • Bijna driekwart van de zzp’ers gebruikte in 2021 zijn laptop, telefoon of tablet zowel zakelijk als privé. 27 procent van de zzp’ers gebruikte ICT-voorzieningen van bedrijven waarvoor zij opdrachten uitvoerden. Van de zzp’ers beschikte 79 procent over een eigen vaste internetverbinding in 2021. Openbare wifi werd door 17 procent van de zzp’ers gebruikt voor zakelijke werkzaamheden. In 2021 maakte 28 procent van de zzp’ers gebruik van (betaalde) clouddiensten. Zij sloegen bijvoorbeeld bestanden op in de cloud of gebruikten office software die draaide in de cloud.

Hoofdstuk 5 Research & Development

  • In 2020 hebben Nederlandse bedrijven en instellingen bijna 18,5 miljard euro uitgegeven aan R&D met eigen en ingeleend personeel. Door Nederlandse bedrijven en instellingen werden ruim 166 duizend arbeidsjaren besteed aan R&D.
  • De R&D-intensiteit in Nederland bedroeg 2,31 procent in 2020. Nederland mist daarmee de in 2011 gestelde doelstelling om de R&D-intensiteit in 2020 2,5 procent te laten bedragen.
  • De industrie nam in 2020 de helft van de R&D-uitgaven van de bedrijvensector voor haar rekening.
  • In 2020 was 19 procent van alle bedrijven die aan R&D deden een ICT-bedrijf. Gezamenlijk waren deze bedrijven goed voor 16 procent van de R&D-uitgaven en 22 procent van het R&D-personeel in de bedrijvensector in dat jaar.
  • Bedrijven financierden meer dan de helft van de R&D in Nederland in 2020. De overheid is de tweede grote financier van R&D. In 2020 werd 30 procent van de R&D gefinancierd door de overheid.

Hoofdstuk 6 Innovatie

  • In de periode 2018–‍2020 was 40 procent van de bedrijven innovatief. Het merendeel van deze bedrijven kon de innovatie in die periode ook succesvol afronden: 95 procent. Het aandeel bedrijven dat succesvol innoveerde in de periode 2018–‍2020 was in de industrie groter dan onder dienstverleners: respectievelijk 52 tegen 37 procent. Binnen de industrie zijn bedrijven actief in de elektrotechnische en machine-industrie het meest innovatief.
  • Van alle bedrijven die succesvolle innovaties hebben doorgevoerd in de periode 2018–‍2020 deed 8 procent uitsluitend aan productinnovatie. Bij ruim de helft van de innovatoren kwam alleen procesinnovatie voor. De overige 42 procent combineerde procesinnovatie met productinnovatie.
  • In 2020 was 8 procent van de omzet van bedrijven met 10 of meer werkzame personen (inclusief bedrijven die niet geïnnoveerd hebben) afkomstig van nieuwe of sterk verbeterde producten.
  • In de periode 2018–‍2020 werkte 38 procent van de innovatoren samen met andere bedrijven of instellingen om te innoveren. Vooral samenwerking met leveranciers is in trek: 19 procent van de innovatoren werkte samen met leveranciers aan nieuwe producten of processen.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Judit Arends

Rogier Goedhart

Ron de Heij

Raymond Kleingeld

Danny Pronk

Rik van Roekel

Overige bijdragen

Math Akkermans

Marloes Dijksma

Henk Florie

David Gies

Cor Kragt

Rick de Kruijff

Ilham Malkaoui

Shirley Ortega Azurduy

Eelco van Vliet

Eric Wassink

Eindredactie

Ron de Heij

Danny Pronk